Extreem geweld en het versnellen van levensreddende handelingen in de ‘warm zone’

Anne de Jong, Eigenaar Scopetraining met meer dan 25 jaar ervaring bij de politie als operationeel manager voor het bedenken en uitvoeren van unit scenario trainingen. Grondlegger van de trainingen Dienst Speciale Interventies (DSI) en jarenlange ervaring met scenariotrainingen voor het Korps Commandotroepen (KCT).

Marit Elders, Eigenaar Event Safety Academy B.V. en expert in de realisatie van samenwerkingen, opstellen van crisisplannen en als trainer lid van de oefenstaf bij Unit Scenario Trainingen. 

Extreem geweldsituaties of terroristische dreigingen vragen om realistische oefeningen voor het verder professionaliseren van efficiënte hulpverlening in de ‘warm zone’. Lessen worden geleerd uit de real time trainingen van de Unit Scenario Trainingen (UST). Dit zijn realistische oefeningen om zoveel mogelijk onder druk te denken en te handelen. In een UST krijg je het gouden uur waarin je zoveel mogelijk moet proberen te doen met de multi-partners  en specialistische eenheden die ter plaatse zijn. Oefenen op de grens van je kunnen en mogelijkheden, uit je comfortzone en voelen hoe dat voelt. Dat betekent ook het uitvoeren van levensreddende handelingen in de warmzone met het geluid van wapens op de achtergrond met het vertrouwen in de politiecollega’s dat zij jou veilige dekking geven en zoveel als mogelijk afschermen van het (dreigende) gevaar. Daarnaast het creëren van orde in de chaos van de coldzone en het efficiënt gebruik maken van de collega’s die voor het optreden in de warmzone getraind en opgeleid zijn voor het verrichten van levensreddende handelingen.

De algemene observatie tijdens deze trainingen leert, dat levensreddende handelingen in de warmzone vaak nog lang op zich laten wachten. Wat is er nodig om deze hulpverlening sneller op gang te laten komen? Wat kan er monodisciplinair meegegeven worden in de evaluaties om dit te bewerkstellingen? Wat hebben we nodig van elkaar? Waardevolle lessen uit unit scenario trainingen met essentiële informatie uit evaluaties tussen de meldkamer en de officieren van dienst (OvD’s). Een handreiking voor verdere professionalisering van situaties tijdens extreem geweld of terroristische dreigingen.

De werking van de hot-, warm- en coldzone

Extreem geweld zorgt er vaak voor dat de Dienst Speciale Interventies (DSI) wordt gevraagd om de daders uit te schakelen. De uniformdienst van de politie gaat met getrokken wapen vlak achter DSI aan ter ondersteuning, afscherming en om de verdachten te boeien en af te voeren. Deze linie van blauw is de daadwerkelijke scheiding van de hotzone met de warmzone. Achter deze linie is de warmzone en gaan specialistische diensten levensreddende handelingen verrichten zij aan zij met de politie. De Brandweer heeft hiervoor het Quick Response Team (QRT) en in de medische kolom is er de Technische Hulpverlening (TH). Deze specialisten hebben ballistische helmen en vesten. Dit gebied is niet veilig, maar een geaccepteerd risico voor deze diensten om te werken. Het duurt nog vaak lang tijdens de oefeningen voordat deze zone gevuld wordt met hulpverleners. Hierdoor is de kans groter dat personen komen te overlijden vanwege hun (ernstige) verwondingen.

Verschil van zones tussen de meldkamer en de straat 

De dynamiek in extreem geweldsituaties leidt tot het snel verschuiven van de hot-, warm-, en coldzones. De meldkamer heeft het nodig dat zij per grotere ruimte een situatiebeeld krijgt over het opschuiven van de grens van warm-/hotzone. Je moet hierbij denken aan: de grote hal, de benedenverdieping, voorzijde gebouw, achterzijde, achter de politieauto’s die als dekking worden gebruikt etc. De grens van hot/warm is meer essentieel dan de warm/cold-grens. Een gemeenschappelijk beeld tussen de OvD’s en meldkamer is essentieel voor de efficiency van de hulpverlening. Degene die deze de zones grofweg bepaald is de officier van dienst van de politie (OvD-P) of door de officier van dienst van de brandweer (OvD-B) als het een incident betreft waarbij de brandweer leidend is. De politie ondersteund dan de brandweer op een zo veilig mogelijke manier op de processen die onder de verantwoordelijkheid van de politie vallen. De detailinvulling van de grenzen moet ingevuld worden door de eenheden zelf in de desbetreffende ruimte waar de grens zich bevindt.

Spraakverwarring bij het bepalen van de zones

Gemeenschappelijke taal ontbreekt voor het bepalen van de zones. De brandweer duidt de zijden van een gebouw met de letters A, B, C & D en de politie met de kleuren wit, groen, zwart, rood. Hierdoor ontstaan versprekingen en onduidelijkheden. Dit is zonde van de tijd in verband met het zogenoemde “Gouden Uur”. Goede voorbeelden worden gegeven door calamiteiten coördinator van de meldkamer (Caco) en OvD’s die een tekening maken met de zijden van het gebouw en de kleuren en letters van de kolommen matchen. Dit geeft duidelijkheid tussen het MKO en de meldkamer welke locatie precies bedoeld wordt. Wel geeft dit vooralsnog spraakverwarring bij de eenheden ter plaatse. Natuurlijk dient hier met spoed een landelijke afspraak over gemaakt te worden. Overigens geldt dat ook voor de definitie van verdiepingen en bouwlagen. Deze monodisciplinaire taal zorgt voor vertraging en inefficiency in de samenwerking tussen de kolommen.

‘Sein veilig’ houdt de ruimte te lang een hotzone

De gemeenschappelijke taal tussen de diensten bij extreem geweld is nog veel gericht op een ‘sein veilig’  door de meldkamer en in de communicatie tussen collega’s. Sein veilig geef je in de coldzone waar het ambulance personeel werkt met het Rode Kruis en de artsen. Door continu aan te geven of iets veilig is of niet, blijft de warm zone ‘leeg’ van juist de hulpverleners die hiervoor geëquipeerd zijn. De warme zone ís namelijk niet veilig en kent een geaccepteerd risico. Beter is om ‘veilig’ of ‘sein veilig’ uit onze taal te halen in extreem geweldsituaties en te spreken over de verschillende zones: hotzone, warmzone en coldzone. Iedere hulpverlener zou dan precies moeten weten in welk gebied hij zich kan begeven en waarin zijn of haar aanwezigheid gewenst en het meest effectief is.

Hulpverleners sneller in de warm-zone

Om te zorgen dat hulpverleners sneller in de warm zone opereren is het belangrijk dat met name de politie goed communiceert met de meldkamer. De OvD-P dient continu scherp te zijn op de verschuiving van de hot/warmzone en dit te delen met de meldkamer. Ook kunnen de politie-eenheden het QRT en TH in de warmzone ‘trekken’ desnoods fysiek aan de hand. Het helpt daarin om daadwerkelijk door politie aan te geven: ‘Achter mij is warmzone. Ik regel veilige dekking met mijn wapen.” Het is belangrijk dat hierover goed gecommuniceerd wordt door de eenheden met de meldkamer en OvD-P. Ook kan DSI helpen om na ‘schoning’ van alle ruimten dit te melden aan de meldkamer. DSI heeft en warm zone gecreëerd door ’schoning’ en de meldkamer kan direct de eenheden QRT en TH mobiliseren.

Het eerste motorkap overleg (MKO) is een daalder waard

Voordat de OvD-G ter plaatse is, heeft de eerste ambulance vaak al beslist om met de Technische Hulpverlening naar binnen te gaan. Het duurt vaak even voordat het eerste MKO er is en dit overleg duurt niet zelden nog te lang. Er is achteraf in de evaluatie ook niet altijd het besef dat het 1e MKO soms meer dan 10 minuten heeft geduurd. Omdat niets doen geen optie is, is het advies om het 1e MKO gelijk kort te sturen op VBA (veilig, beeld, acties te doen per kolom en discipline):

  1. Staan we hier veilig? Antwoord: Ja, we staan hier nagenoeg veilig.
  2. Grof beeld geven per dienst en dus het gemeenschappelijk delen van cruciale info op dat moment voor de uitvoering van de af te spreken taken/acties.
  3. Acties die worden uitgezet per dienst en afsluiten met afspraak volgende MKO.

 

Situatierapportages (sitraps) per kolom direct na het MKO zijn nodig voor het optimaal gebruik maken van de middelen en resources van de meldkamer. De meldkamer kan dan enorm veel betekenen in de structurering van de processen en acties. De meldkamer moet hiervoor eenzelfde foto en film kunnen maken van de situatie waarin de collega’s op straat staan. De terugkoppeling van het MKO omvat de zones, het beeld en acties zoals afgesproken. De CaCo ontvangt daarmee de juiste info voor het maken van een gemeenschappelijk beeld op de meldkamer. Dit is een investering van een minuut in crisis, maar 9 minuten winst in tijd. Natuurlijk kan en moet ook de meldkamer een sitrap halen bij de OvD. Dit helpt de OvD ook in tijde van stresssituaties om de juiste prioriteiten te stellen en structuur aan te brengen.

Protocollen moeten ondersteunend zijn en niet leidend.

Veelal zien we dat protocollen als leidend worden gebruikt, waardoor snelheid en efficiency verloren kan gaan. In tegenstelling tot normaal protocolgestuurde trainingen, gaat het bij unit scenario training net als in de praktijk, namelijk anders. Er worden situaties gecreëerd waardoor de druk en spanning gevoeld wordt en waarin snelle besluitvorming wordt geëist. Dit zijn trainingssituaties waarin we zien dat kokervisie van hulpverleners een grote rol speelt. Er wordt ‘vergeten’ dat er mensen mogelijk onnodig overlijden. Het missen van belangrijke zaken, wordt bij goede unit scenario training opgepakt en geregisseerd tot een nieuwe realistische situatie tijdens het scenario. Het doel hiervan is te ervaren wat het effect is wanneer protocollen leidend zijn en wanneer je deze als ondersteuning gebruikt wanneer je het even niet weet.

In het algemeen is het ontwikkelen van gemeenschappelijke taal belangrijk voor efficiënte hulpverlening bij extreem geweldsituaties. De meldkamer kan van cruciale waarde zijn voor het aanbrengen van structuur, mits zij op de hoogte worden gehouden met beeldvormende communicatie. Het helpt om regelmatig realistisch te oefenen en elkaar te bevragen wat je als diensten nodig hebt van elkaar, wat je voor elkaar kunt betekenen voor verdere professionalisering van de hulpverlening onder alle omstandigheden.

Dit artikel is opgesteld voor het boek: Crisisbeheersing, waardevolle lessen van SVDC.